Praktijkvoorbeeld

Het verband tussen genetica, melkkwaliteit en uiergezondheid

Er zijn regelmatig nieuwe producten en technologieën voor melkveehouders beschikbaar. Hoewel innovaties vaak positief zijn, is het ook belangrijk om eventuele negatieve aspecten te bekijken. Wat zou u doen als u moest kiezen tussen de onderstaande twee producten? Beide hebben dezelfde prijs en dezelfde uitvoering.

  • Product 1: Verhoogt de productie met 5,9% maar kan tevens de incidentie van mastitis met 26% verhogen
  • Product 2: verhoogt de productie met 5,6 % maar kan tevens de incidentie van mastitis met 12% verlagen

Eenvoudige keuze? Zou u product 1 willen proberen, zelfs als product 2 niet zou bestaan?

beeld melkstal

Het lijkt misschien onmogelijk dat een dergelijk product in de melkveehouderij bestaat, maar dat is wel degelijk het geval. Onderstaande Tabellen 1 en 2 geven een overzicht van de Cheese Merit-index (CM$) van de top 10 Jerseystieren met meer dan 50 dochters die zijn opgenomen in de CDCB Mastitisevaluatie. Voor elke stier zijn de PTA-fokwaarden voor vet+eiwit en mastitis vermeld en hoeveel dollar de PTA-fokwaarde voor mastitis bijdraagt aan de CM$. De tabellen bevatten ook de verwachte dochterafwijkingen voor wat betreft vet+eiwit en mastitis. Dat wil zeggen: hoe de dochters van deze stieren naar verwachting zullen presteren als percentage van het rasgemiddelde.

Vet- en eiwitopbrengsten beter dan het rasgemiddelde
Alle stieren op deze lijsten presteren veel beter dan de rasgemiddelden wat betreft de PTA-fokwaarden voor vet en eiwit. Gezien het rasgemiddelde van 1811 pond (821 kilo) voor vet+eiwit1 zien we dat de dochters van deze stieren 6,8% beter zullen presteren dan de gemiddelde koe voor wat betreft de gecombineerde vet- en eiwitopbrengsten.

Fokwaarde voor mastitis en incidentie
De PTA-fokwaarde voor mastitis is echter een ander verhaal. Aangezien de CDCB aangeeft dat de gemiddelde incidentie van mastitis in hun evaluaties 11,7%2 is, betekent dit dat de dochters van deze stieren uit de eerste tabel 26% vaker mastitis zullen krijgen dan dochters van het rasgemiddelde. Zoals u kunt zien, hebben we deze lijst van de 10 best geteste CM$-stieren gerangschikt op basis van hun CDCB PTA voor mastitis om onze producten 1 en 2 te creëren.

Toename mastitis bij vijf van de tien stieren
Hoe is het mogelijk dat het gebruiken van 5 van de 10 allerbeste stieren van dit ras kan leiden tot zo'n toename van de incidentie van mastitis? Simpel gezegd, de waarde die aan mastitis wordt gegeven in de CM$-samenstelling is 0,59%3. De laatste kolom in de tabellen 1 en 2 toont hoeveel de PTA-fokwaarde voor mastitis bijdraagt aan de CM$-waarde van elke stier. Zoals verwacht: wanneer een kenmerk minder dan 1% aan de index bijdraagt, kan een stier een rasleider of een rasachterblijver zijn wat betreft mastitis en maakt dit niets uit voor zijn CM$.

Tabel 1. Deze stieren staan in de top 10 van fokstieren wat betreft CM$. Deze tabel toont het Product 1-scenario. De dochters van deze stieren zullen naar verwachting 6,8% meer vet+eiwit produceren dan het rasgemiddelde, maar naar verwachting ook 26% vaker mastitis krijgen dan het rasgemiddelde.

NAAB CM$ CM$ rangschikking PTA fokwaarde vet+eiwit %vet+eiwit toename PTA fokwaarde mastitis %Verandering mastitis CM$ mastitis
551JE1650 $771 1 137 7,6% -2,8 24% $ (5,65)
11JE1339 $658 4 128 7,1% -2,6 22% $ (5,25)
14JE769 $578 6 99 5,5% -0,5 4% $ (1,01)
7JE1471 $560 7 133 7,3% -2,9 25% $ (5,85)
200JE1035 $553 8 115 6,4% -6,5 56% $ (13,11)
Gemiddelde $624   122 6,8% -3,1 26% $ (6,17)

Tabel 2. Deze stieren staan in de Top 10 van fokstieren voor wat betreft CM$. Deze tabel toont het Product 2-scenario. De dochters van deze stieren zullen naar verwachting 5,5% meer vet+eiwit produceren dan het rasgemiddelde en naar verwachting 12% minder vaak mastitis krijgen dan het rasgemiddelde.

NAAB CM$ CM$ rangschikking PTA fokwaarde vet+eiwit %vet+eiwit toename PTA fokwaarde mastitis %Verandering mastitis CM$ mastitis
200JE01045 $728 2 108 6,0% 1,3 -11% $ 2,62
11JE1259 $680 3 129 7,1% 1,2 -10% $ 2,42
7JE1630 $642 5 123 6,8% -0,1 1% $ (0,20)
7JE1266 $538 9 50 2,8% 2,6 -22% $ 5,25
11JE1212 $528 10 88 4,9% 2,2 -19% $ 4,44
Gemiddelde $623   100 5,5% 1,4 -12% $ 2,91

Uiergezondheid weegt zwaar mee in de DWP$
Bij het uitwerken van de DWP$® (Dairy Wellness Profit®-index) voor Holstein en Jersey stieren hebben we de economische impact op basis van wetenschappelijk onderzoek gebruikt. Voor het berekenen van de ziekte-incidentie hebben we gekeken naar de data van grote melkveebedrijven uit onze database. Deze bedrijven werken met protocollen en hebben daardoor een uniforme ziekteregistratie. Samen met de feedback van onze klanten resulteert dit in een index die een veel hogere waarde toekent aan uiergezondheid, en met name aan mastitis.

Uit de validatiestudie van de DWP$ 2020 blijkt duidelijk dat de index veel gewicht toekent aan mastitis. De 25% beste koeien in termen van DWP$ hadden namelijk 9 STA-punten meer voor mastitis dan de slechtste 25% koeien voor DWP$.

Figuur 1 toont de werkelijke incidentie van mastitis voor koeien in het hoogste en laagste kwartiel DWP$ in elke lactatie uit de validatiestudie. Zoals verwacht, neemt de incidentie van mastitis aanzienlijk toe met het aantal lactaties. Het evalueren van dergelijke gegevens is moeilijk aangezien het aantal koeien dat het einde van elke lactatie haalt, duidelijk verschilt in de twee groepen. Het is echter overduidelijk dat we het ons niet kunnen veroorloven om het genetische weerstandsvermogen van koeien tegen mastitis te verlagen als we streven naar een langere levensduur van onze veestapel.

Figuur 1. Werkelijke incidentie van mastitis per lactatie voor de beste 25% dieren en de slechtste 25% dieren wat betreft DWP$.
tabel genomische fokwaarde versus werkelijke incidentie van mastitis

Afkortingen:

  • DWP$: Dairy Wellness Profit-index uit merkertest CLARIFIDE® Plus - voorspelt het levensrendement van een koe in $
  • PTA: Voorspeld overerfelijk vermogen = PTA-fokwaarde
  • gPTA: Genomisch voorspeld overerfelijk vermogen = fokwaarde op basis van genomisch onderzoek
  • STA: gestandaardiseerd overerfelijk vermogen = gestandaardiseerde fokwaarde
  • CDCB Mastitis evaluatie: Fokwaarde bepaling door het Council of Dairy Cattle Breeding (het Amerikaanse datacentrum voor rundvee en genetica)
  • NAAB: Internationale registratiecode van een stier

Dan Weigel
Daniel Weigel, onderzoeker genetica bij diergezondheidsbedrijf Zoetis

Referenties:
1. https://queries.uscdcb.com/eval/summary/Bmean_bases_het.cfm
2. https://www.uscdcb.com/wp-content/uploads/2019/07/JE-Health-Presentation-2.3-Laura-Jensen.pdf
3. https://www.ars.usda.gov/ARSUserFiles/80420530/Publications/ARR/nmcalc-2021_ARR-NM8.pdf

MM-21444

Wilt u meer informatie?

Neem dan contact met ons op.

Contact opnemen

Aanmelden nieuwsbrief