Herdmanager Tom Oesch uit Alto, Michigan (Verenigde Staten):

"Genomics maken dat je het steeds beter wilt doen"

Voorop lopen in de ontwikkelingen en eruit halen wat erin zit, past bij de ondernemersgeest van het Amerikaanse familiebedrijf Swiss Lane Farms. Via genomische selectie lukte het om in relatief korte tijd de diergezondheid sterk te verbeteren.

Swiss Lane Farms in Alto, Michigan (VS) groeide sinds 1900 uit van enkele melkkoeien naar de huidige omvang van 2100 stuks melkvee en bijbehorend jongvee. Herdmanager Tom Oesch is een van de zes familieleden die op dit moment als vierde generatie het vooruitstrevende melkveebedrijf bestieren.

In 2012 startte Oesch als een van de eerste melkveehouders in hun regio met het genomisch testen van vaarskalveren. De mogelijkheid om te voorspellen hoe een kalf het later gaat doen en weten wat haar aanleg is voor gezondheid en vruchtbaarheid, bood interessante inzichten voor de toekomst. Bij vijfhonderd kalveren lieten ze een merkertest doen via de selectietool CLARIFIDE Plus.

Tom Oesch

De eerste eye-openers
"De data die je beschikbaar krijgt met genomics zijn, vooral aan het begin, overweldigend", vindt Oesch. "Maar tegelijkertijd zorgen ze direct voor eye-openers. Toen het tijd was voor de eerste inseminatie, heb ik het jongvee in eerste instantie gerangschikt op hun genomische aanleg voor melk en gehaltes. Bij het openen van het spermavat kwam ik tot de conclusie dat er 48 verschillende stieren in zaten. ‘Dit gaat zo niet werken’, dacht ik. We hebben toen het hele vat leeggehaald en heel gericht tien stieren geselecteerd die passen bij onze bedrijfsdoelen en die onze veestapel op verschillende eigenschappen kunnen verbeteren. Als je eenmaal je beste dieren geselecteerd hebt, dan wil je daar wel een goed kalf van."

De aanleg voor ziekte voorspellen
Toen deze vaarzen voor het eerst afkalfden, waren er veel doodgeboortes. "We zochten de oorzaak eerst bij het management, maar dit bleek in orde. Ik besloot de genomische data eens na te kijken en vond daar dat de vaarzen met een doodgeboren kalf ook allemaal slecht scoorden op de genomische fokwaarde ‘dochter doodgeboorte’ (DSB). Dat overtuigde mij dat we met de genomische data echt waardevolle informatie in handen hadden om mee verder te gaan. Want als we het risico op doodgeboorte kunnen voorspellen, kan dat ook met mastitis, baarmoederontsteking en kreupelheid", licht Oesch zijn eerste ervaring toe.

Van genetica naar praktijk
Vanaf het begin komt er iedere zes maanden een adviseur van Zoetis langs voor een genetische audit. "Het houdt je scherp om samen periodiek alle data op een rijtje te zetten en te weten waar je staat en waar je naartoe werkt. Ook vergelijken we ons bedrijf met de benchmark in onze regio. Een belangrijk onderdeel van de audit is dat we samen kijken hoe de geteste dieren het werkelijk doen, de genetica in de praktijk. De diergezondheid is een onderdeel waarop we de afgelopen jaren de grootste vooruitgang hebben geboekt."

Incidentie baarmoederontsteking naar minder dan 5%
Een mooi praktijkvoorbeeld is de incidentie van baarmoederontsteking. "Dat was confronterend. Na de eerste genomische testronde rangschikten we de vaarzen van toen op DWP$ (Dairy Wellness Profit-index). Bij de 25% vaarzen met de laagste DWP$-score, was de incidentie baarmoederontsteking 55%. De beste 25% DWP$ had een incidentie van 35%. We wisten: hier is werk te doen. Door op basis van genomics de dieren te selecteren die het minste risico lopen om ziek te worden én door het management te optimaliseren lukte het om de incidentie in relatief korte tijd terug te brengen naar 15% over de hele melkveestapel. In de beste kwartielgroep van fokwaarde DWP$ is de incidentie zelfs onder de 5%", vertelt Oesch.

"De DWP$-index heeft alle belangrijke eigenschappen in zich. Productie én gezondheid in één getal."

Veel lagere ziektekosten
Het resultaat is niet alleen gezondere koeien, maar ook lagere kosten. "In 2014 lagen de gezondheidskosten per koe op $225 per jaar. We zitten nu op $125 per koe per jaar en vergeleken met de benchmark in onze regio, gingen we in vijf jaar tijd van de slechtst scorende bedrijven naar de best scorende op het gebied van diergezondheidskosten", licht Oesch toe. In de toekomst wil hij die kosten nog verder verlagen via genomische selectie op klauwproblemen en tweelinggeboorten.

Alleen met de beste vaarskalveren vooruit
Inmiddels zijn genomics helemaal geïntegreerd in de bedrijfsstrategie. "De belangrijkste selectiecriteria zijn DWP$ en Dochtervruchtbaarheid (DPR). Dit geldt ook voor onze stierkeuze. Dankzij de technologie van ET en gesekst sperma kunnen we aanwas fokken uit onze beste dieren. De dieren waar we niet mee verder willen, worden geïnsemineerd met een black angus-stier. Die kalveren kunnen we hier goed kwijt voor het vlees. We houden nu minder jongvee, maar zijn er zeker van dat ieder kalf dat we aanhouden van het hoogste genetisch potentieel is. Genomics maken dat je het steeds beter wilt doen. Dat is niet alleen voor ons een belangrijke drijfveer, maar ook voor de mensen die bij ons werken."

DWP$ en gerealiseerd levensrendement
Foto: Herdmanager Tom Oesch, de tweede van rechts op de foto, is een van de zes familieleden die samen Swiss Lane Farms runnen.

MM-13762

Wilt u meer informatie?

Neem dan contact met ons op.

Contact opnemen

Aanmelden nieuwsbrief