Alex Borst over de genomics van melkveebedrijf Koepon

Levensrendement Koepon Gameday Range meest veelbelovend

KOEPON Gameday Range 138 heeft momenteel de hoogste Dairy Wellness Profit® (DWP$®) waarde van Nederland: maar liefst 1349. Dit is mede dankzij haar hoge merkerfokwaarden voor gezondheidskenmerken. Alex Borst van melkveebedrijf Koepon vertelt wat haar zo veelbelovend maakt voor hun bedrijf.

Melkveebedrijf Koepon staat al jaren bekend om haar Holstein-topgenetica. Het bedrijf is leverancier van vele stiermoeders en stieren door heel Europa. Toch was het voor herdmanager Alex Borst een aangename verrassing dat in de Koepon-stallen de nummer één van Nederland loopt als het gaat om de Dairy Wellness Profit-index.

De Gameday-dochter komt uit een veelbelovende moederlijn. Grootmoeder Red Range werd verkozen tot internationaal roodbonte koe van het jaar door Holstein International. Met een score van 1349 DWP$ en 3038 TPI gaat Gameday Range 138 een veelbelovende toekomst tegemoet. Ze blinkt uit in gezondheidskenmerken en in combinatie met haar goede genetische aanleg voor productie, vruchtbaarheid en levensduur heeft ze alle eigenschappen in huis om een hoge levensproductie te halen.

Gameday dochter

Genomics geven extra informatie
Borst is verantwoordelijk voor de fokkerij en werkt al sinds 2009 met genomics bij vaarskalveren. Momenteel doen ze bij alle vaarskalveren op het bedrijf een merkertest met CLARIFIDE® Plus. "We zijn met genomics direct aan het begin ingestapt, omdat dit een nieuwe techniek was waar we vertrouwen in hadden. Als je dan de boot mist, loop je achter."

Melkveebedrijf Koepon
410 melk- en kalfkoeien
Gemiddelde productie: 10.750 kg met 4,35% vet en 3,45% eiwit
250 hectare; waarvan 200 ha gras, 31 ha tarwe, 14 ha mais en 4 ha bieten

Ook binnen genomics gaan de ontwikkelingen door. Daarom stapte Borst vorig jaar over naar CLARIFIDE Plus van Zoetis. "Met de diergezondheidskenmerken uit CLARIFIDE Plus krijgen we extra informatie die nog niet beschikbaar was. Alle extra kenmerken zijn een toevoeging op wat je al hebt, en dat willen we meenemen. We gebruiken de data om kalveren te selecteren voor verkoop en bij de fokkerij om de volgende generaties nog verder te verbeteren."

Selecteren op TPI, NM$ en DWP$
Bij het selecteren van het jongvee kijkt Borst in de basis naar TPI. "Ze moeten een bepaald basisniveau hebben. Daarnaast kijken we naar de Net Merit (NM$) en sinds CLARIFIDE Plus nu ook naar de DWP$. Die laatste is zo opgebouwd dat je in één getal kunt zien aan welke dieren je het meeste geld overhoudt."

DWP index grafiek
De DWP$ vat productie, vruchtbaarheid, voerefficiëntie, levensduur, afkalfgemak en gezondheid van koe- en kalf samen in één getal. De genomische fokwaarde geeft een directe inschatting van het potentiële levensrendement in dollars.

Levensduur is rendement
"Wat ik waardevol vind, is dat de DWP$ zo veel gezondheidskenmerken bevat. Die komen allemaal ten goede aan de levensduur van de koe. Levensduur is rendement voor de melkveehouder en het zorgt voor een lagere CO2-voetafdruk. Hoe gezonder een koe is, hoe minder werk je aan een koe hebt en hoe meer melk ze produceert. Daarnaast gaan we er met z'n allen naartoe om zo min mogelijk antibiotica te gebruiken. Dan is het belangrijk om gezondheidsproblemen in je veestapel te voorkomen. Je kunt nog specifiek kijken naar de aanleg voor het risico op bijvoorbeeld mastitis, ketose of kreupelheid, maar voor mij is het belangrijk dat alle gezondheidskenmerken positief zijn. Dat wordt in de DWP$ automatisch meegenomen. De kalveren die op basis van hun genomische fokwaarden minder interessant zijn voor ons bedrijf, verkopen we. Dat is zo’n 20% van de vaarskalveren op jaarbasis. De top 10% beste pinken spoelen we een aantal keer voor embryotransplantatie (ET)."

Volle zussen verschillen in DWP$
Van alle kalveren die op het bedrijf geboren worden, komt 90% via ET. Daardoor lopen er acht volle zussen van Gameday Range 138 op het bedrijf. "Qua TPI zijn ze bijna allemaal even hoog, maar qua DWP$ springt deze er toch wel uit. Ze scoort voor alle gezondheidskenmerken 100+; voor mastitis 106, baarmoederontsteking 107, ketose 108 en kreupelheid 104.
Zo hadden we ook nog twee andere volle zussen waar we enthousiast over waren. Ze hadden allebei 2900 TPI met roodfactor. Qua DWP$ zat de een op 1180 en de ander op 700. Daar zit 400 dollar verschil tussen. In de DWP$ zitten zeven gezondheidskenmerken en daar liet de een steken vallen en de ander niet."

Allround exterieur met aanleg voor productie én gezondheid
Is exterieur dan ook nog belangrijk? "Met de focus op stiermoeders is het exterieur van onze koeien wat meer allround dan de top showkoeien. Gemiddeld zitten we nog wel op bijna 85 punten met goede uiers en benen. Wij willen een koe die mooi in verhouding is en die veel voer kan opnemen. Als er een fokwaarde was voor beenlengte, zou ik daar zeker naar kijken. Dat zegt meer dan hoogtemaat, want een koe kan wel groot zijn, maar als ze hele lange benen heeft en naar verhouding weinig inhoud, schiet je er nog niks mee op. Ze moet wel een goede motor hebben om veel melk te kunnen produceren, dus een lichaam dat veel voer kan verwerken. Een goed exterieur blijft belangrijk, maar de combinatie met productie én gezondheid maakt dat koeien het aan kunnen om hoge levensproducties te halen."

Praktijkproef: genetische aanleg versus melkproductie
Omdat Borst al meer dan tien jaar met genomics werkt, kon hij al een aantal keer de genomische fokwaarden vergelijken met de lijsten van koeien die aan de melk zijn. "Meest recent hebben we de hoogste 25% dieren op productie aanleg vergeleken met de laagste 25%. De hoogste groep had een gemiddelde melkaanleg van +1900 lbs (862 kg) en de laagste groep zat op +31 lbs (14 kg) melk. In de afgesloten 305-dagen vaarzenlijst zat de hoogste groep op 12.279 kg en de laagste groep zat op 10.365 kg. We hebben ook wel eens een vergelijking gemaakt op basis van de genomics voor vruchtbaarheid. Tussen de beste 10% en slechtste 10% zat 22 dagen tussenkalftijd. Dit soort resultaten zien we eigenlijk iedere keer terug. Dat bewijst voor mij dat de genomische data kloppen."

Topdieren blijven bovenaan de lijst
"Wat ik geleerd heb door de jaren heen is dat je met genomics vooral groepsgewijs moet kijken. Ik kan altijd wel een individueel dier aanwijzen dat tegen is gevallen. Soms is er een reden voor, bijvoorbeeld als ze als kalf ziek is geweest. Management heeft natuurlijk ook nog steeds invloed. De betrouwbaarheid van genomics is ook geen 100%, maar van bijvoorbeeld productiekenmerken gaat die al wel naar de 80%. Met alleen op het oog selecteren kom je niet veel verder dan 20%. Dan ga je beslist hele goede dieren wegdoen. Door nieuwe fokwaardeberekeningen komt een dier wel eens wat lager of hoger in de ranglijst, maar de top genomische dieren blijven wel bij de besten en andersom worden de mindere nooit de toppers. De winst zit hem in het feit dat je de goede dieren aanhoudt en dat er minder tegenvallers aan de melk komen."

Focus brengt verbetering
"Als je met genomics aan de slag gaat, is het belangrijk om te weten wat je eruit wilt halen en waar je de focus wilt leggen in je fokdoel. Laat je ook gewoon goed begeleiden door iemand die veel met genomische data werkt, want je krijgt veel nieuwe informatie. Waar je de focus op legt, verbeter je. Als je structureel op laag celgetal en goede uiergezondheid selecteert, ben ik ervan overtuigd dat je dat verbetert. Het werkt ook zo voor andere kenmerken. Hier bij Koepon focussen we ons nu op meer gezondheid, zodat onze koeien gezonder blijven en ouder worden. Natuurlijk blijven andere eigenschappen, zoals melkproductie, exterieur en vruchtbaarheid belangrijk en dat blijven we finetunen. Genomics zijn daarbij onmisbaar."

MM-20480

Wilt u meer informatie?

Neem dan contact met ons op.

Contact opnemen

Aanmelden nieuwsbrief